Dagboek van een dokter in spé: Laat de stilte spreken
- Dromen van een dokter
- 21 sep
- 2 minuten om te lezen
De afgelopen weken heb ik intensief voor hem gezorgd. Dagelijks maakte ik een praatje tijdens de visite, maar tussendoor liep ik ook geregeld binnen. We spraken vaak over zijn leven, over de kleine dingen die het de moeite waard maken. Maar ook over wat hij was kwijtgeraakt. Over verlies, angst en de benauwdheid die hem steeds verder uitputte. Over wat het betekent als je niet meer vooruit kunt kijken. Soms was hij stil. Dan keek hij naar buiten en liet hij de stilte spreken.

Naarmate de ziekenhuisopname vorderde en verbetering uitbleef, sprak hij zich steeds vaker uit.“Dit is voor mij geen leven meer. Ik wil naar huis. Daar wil ik sterven” sprak hij zacht.
Een weloverwogen wens. In de dagen die volgden spraken we hier veel en lang over.Ik zat met de verpleegkundigen om de tafel, belde met zijn huisarts en schakelde het palliatief team in. Er werd overlegd, geregeld en gepland.
Vandaag is het zo ver, hij mag naar huis. Niet om beter te worden, maar om in vrede te mogen gaan, op zijn eigen manier. Bij de ochtendvisite beloof ik dat ik nog even langs zal komen om afscheid te nemen als de ambulance is gearriveerd. Later op de ochtend belt de verpleegkundige met de boodschap dat het zo ver is. Terwijl ik over de gang naar zijn kamer loop, vraag ik me af wat je zegt bij een afscheid, als je weet dat je diegene nooit meer gaat zien. Tot ziens? Het ga je goed? Het klinkt misplaatst in mijn hoofd. Het voelt bijna onwerkelijk, ik neem zo afscheid van hem en daarna gaat mijn werkdag weer verder. Hij neemt zo afscheid van het leven en alles wat hem lief is.
Ik duw de deur open. Hij ligt al op de brancard, klaar voor vertrek. De zon valt voorzichtig door de half open gordijnen op zijn gezicht. Zijn besluit staat vast en ik lees berusting van zijn gezicht af. Ik groet hem zacht en raak hem even aan. Hij glimlacht. Hij pakt mijn hand en vouwt de zijne eromheen. Sluit zijn ogen en fluistert: “Dankjewel voor alles.” Daarna opent hij zijn ogen. We kijken elkaar aan en laten opnieuw de stilte spreken. Deze blik en dit moment in stilte is zo veelzeggender dan alle zorgvuldig gekozen worden ooit hadden kunnen zijn.
Opmerkingen